Hoi! Ik ga jullie alles uitleggen over de verschillende organen in de torso. 

1. Luchtpijp
De luchtpijp is de verbinding tussen de longen en de keel, waardoor er lucht naar de longen kan om te ademen. 
2. Long
Onze longen zijn van levensbelang. Ze zorgen ervoor dat we kunnen ademen. Met gezonde longen gaat ademhalen vanzelf. Dankzij onze longen krijgt ons lichaam elke vier seconden zuurstof. Dat is meer dan acht miljoen keer per jaar. Je hele leven lang gebeurt dat.
3. Hart
Het hart ligt iets links van het midden in je borstkas, eigenlijk achter je ribben. Het hart is een spier, ongeveer zo groot als je  eigen vuist. Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt 4 tot 5 liter bloed rond per minuut. Per dag is dit ongeveer 7.000 liter, dat is een tankwagen vol. Het hart zorgt er voor dat je in leven blijft. Als je hart niet meer klopt, dat werkt je hele lichaam niet meer. 
4. Lever
Je lever is één van de meest belangrijke organen van je lichaam. Zonder een lever kan je eigenlijk niet leven. In het voedsel dat je eet, zitten suikers (logisch). Die suikers worden naar je lever gebracht zodra je ze inneemt. In het dagelijkse leven kunnen veel schadelijke stoffen in je lichaam terecht komen. Door bijvoorbeeld alcohol drinken, maar ook door het gebruiken van medicijnen. Je lever kan deze schadelijke stoffen dan weer onschadelijk maken.
5. Maag
De maag is een zeer belangrijk orgaan. Het zorgt ervoor dat ons voedsel wordt voorbereid op de vertering. De maag kneedt het voedsel eigenlijk fijn en maakt er dan kleine stukjes van zodat het naar de darmen kan. Daarnaast vermengt de maag het voedsel met sappen die zorgen voor een goede vertering en het onschadelijk maken van bacteriën.

6. Dikke darm
Een klein beetje onverteerbare voedselresten gaan vanuit de dunne darm naar de dikke darm toe. In de dikke darm worden er vervolgens vocht en zouten uit gehaald. Dit vocht en de zouten worden via het bloed door het lichaam verspreid. Door de onttrekking dikt de massa in en ontstaat een ontlasting.

7. Dunne darm
Het voedsel komt vanuit de maag in kleine beetjes terecht in de dunne darm. Daar vindt vervolgens het grootste deel van de vertering van het voedsel plaats. 
8. Slokdarm
De belangrijkste functie van de slokdarm is het vervoeren van voedsel van de mond naar de maag. 
9. Milt
De milt maakt onderdeel uit van het bloedvatenstelsel. Je hebt de milt nodig voor een goede afweer. De milt maakt voornamelijk afweerstoffen aan tegen bepaalde bacteriën. Ook filtert de milt bacteriën en oude en geïnfecteerde bloedcellen uit je bloed. Daarnaast is de milt een opslagplaats voor witte bloedcellen en bloedplaatjes. 
10. Nier
Nieren reinigen het bloed, helpen bij je botopbouw, maken een aantal hormonen aan en je nieren regelen je bloeddruk. Of terwijl, je nieren zijn er belangrijk.

11. Urineblaas
In je blaas wordt urine tijdelijk opgeslagen. De grootte van je blaas verschilt. Als hij niet met urine gevuld is, is hij redelijk klein, maar zodra er urine instroomt, rekt hij langzaam op.