Het geslacht ligt vast in de chromosomen. In totaal hebben we 46 chromosomen. Van elk chromosoom hebben we er 2. Na de bevruchting, als de eicel en de zaadcel samensmelten, ontstaat er een nieuwe cel die weer van ieder chromosoom 2 deeltjes heeft.
De chromosomen die het geslacht beslissen zijn de X en de Y-chromosoom.
Vrouwen hebben alleen X-chromosomen dus XX
Mannen hebben een X en een Y-chromosoom dus XY
De eicel heeft altijd een X-chromosoom en de zaadcel heeft dus een X of Y-chromosoom.
Bij de bevruchting is het dus maar net door welke zaadcel de eicel bevrucht wordt.
Als de cel bevrucht wordt door een X-chromosoom wordt het een meisje, als de cel bevrucht wordt door een Y-chromosoom, dan wordt het een jongentje. Dus de man bepaalt het geslacht van de baby.

Een eeneiige tweeling is bijna volledig hetzelfde, ze hebben dezelfde genen. Een twee-eiige tweeling is gelijk aan broers en zussen die op dezelfde dag zijn geboren en lijken meestal niet op elkaar.

Een eeneiige tweeling is altijd van hetzelfde geslacht, dus twee jongens of twee meisjes. Een twee-eiige tweeling kan van hetzelfde geslacht zijn maar het kan ook een jongen en een meisje zijn.

Een eeneiige tweeling lijkt qua uiterlijk heel erg op elkaar, vaak zijn ze moeilijk uit elkaar te houden. Ze hebben dezelfde huidskleur, oogkleur, kleur haren en bloedgroep.
Wel is het mogelijk dat bepaalde kenmerken anders zijn, zoals een moedervlekje op een andere plek of het links rechtshandig zijn. Soms zijn zelfs de organen hetzelfde.

Een twee-eiige tweeling kan heel erg op elkaar lijken, net als sommige broertjes en zusjes heel erg op elkaar lijken. Maar het kan ook dat ze juist helemaal niet op elkaar lijken. Er zijn zelfs een aantal tweelingen waarbij de het ene kindje een blanke huidskleur heeft en de andere een donkere, dit is mogelijk als de ouders niet dezelfde huidskleur hebben.

Genotype/ Fenotype
Alle genen die iemand bezit zijn Genotypen. Dus alle erfelijke chromosomen. De uiterlijke kenmerken van iemand noem je het Fenotype.

Dominant/ Recessief
Als een erfelijke eigenschap dominant is, overheerst het uiteindelijke kenmerk. Als een erfelijke eigenschap recessief is, word het kenmerk wat minder weergegeven. Dus stel je voor je wil een kind maken met een blonde vrouw en een zwartharige man. En de man heeft een Dominante eigenschap en de vrouw heeft een Recessiefe eigenschap, dan komt er een donkerbruin harig kindje uit.

Heterozygoot/ Homozygoot
Allelen zijn pakketjes informatie. Eén allel is van de vader en één allel is van de moeder. De term homozygoot word gebruikt als twee allelen hetzelfde zijn (bijvoorbeeld XX of xx). Heterozygoot betekent het tegenovergestelde. (Xx)

DNA

In een lichaam bevinden zich wel 40 miljard cellen. In iedere cel zijn moleculen te vinden.
Een molecuul zit in het midden van een cel. In het midden van de cel zit dan weer het DNA. DNA is een molecuul. Dit is heel klein en bijna niet met het blote oog te zien. DNA bepaalt hoe mensen eruit komen te zien, bijvoorbeeld de kleur van je ogen of van je haar.

Bronnen:
https://www.erfelijkheid.nl/
https://www.erfelijkheid.nl/erfelijk/dna_genen_chromosomen
https://www.erfelijkheid.nl/familie/huidskleur-erfelijkheid