Conclusie:
Hmmm..... Deze website was niet zo gemakkelijk te maken + ik heb hem nog een keer moeten veranderen omdat het een D is geworden. Wel heb ik echt heel veel van al deze vragen geleerd. Ik had in het begin veel zin om met deze opdracht bezig te gaan, maar aan het einde werd het wel steeds moeilijker om te doen. Ik ging eerst voor de wat makkelijkere deelvragen waar ik al een beetje van wist. Daarna de overige deelvragen die ik wel echt lastig vond.
Ik was op het einde helemaal vergeten een proefje te doen waardoor ik die dus niet heb gedaan. Nu, in het verbeterde deel heb ik en een proefje gedaan, en een boek gekocht en daar leuke weetjes uit gehaald en ik heb mijn eigen DNA beschreven. (En natuurlijk de andere verbeterpunten verbeterd!)

Het DNA gedeelte vond ik zelf wel het leukste en meest interessante deel en daar ben ik dan ook het langste mee bezig geweest. Zelf had ik daar (puur omdat ik het leuk vond) een hoofdvraag bij bedacht. 

Wat bepaalt nou wie je bent?
Als je geboren wordt, heb je met je genen al een groot deel van wie je bent gevormd. Daarnaast speelt je opvoeding ook een grote rol. Je opvoeding vormt je verder tot wie je nu bent. Daarnaast is er ook nog een eigen wil, zoals je muziek smaak of favoriete kleur. Dit maakt jou uniek.

Ik denk dat het grootste deel van wie je bent in je genen zit. Je opvoeding speelt dus ook een rol, maar veel minder denk ik persoonlijk. Ik denk dat het wel je blik op je leven bepaald, maar je eigen keuzes spelen daarin ook een rol. 

Voor het grootste gedeelte bepalen je ouders je genen. Met beide 23 chromosomen. En daaruit ontsta jij. Wees blij met wie je bent. Iedereen is uniek.

Leerdoelen: 

Ik weet wat een celkern, celmembraan, cytoplasma, vacuole en bladgroenkorrels zijn en kan deze aantonen op een afbeelding. Ook weet ik de functies van deze cel onderdelen.

Ik kan uitleggen dat bacteriën, schimmels en virussen schadelijk kunnen zijn voor planten, dieren en mensen. Ook kan ik uitleggen waarom bacteriën, schimmels en virussen wel nuttig kunnen zijn (in bijvoorbeeld de bodem, medicijnen, in ons lichaam etc.)

Ik kan de organen in een torso herkennen en van elk de functie uitleggen.

Ik kan uitleggen waar in het lichaam, welke stoffen worden opgenomen (zowel voedingsstoffen als zuurstof e.d.) en wat afvalstoffen zijn en hoe deze afvalstoffen het lichaam verlaten.

Ik kan uitleggen wat de 3 verschillende afweermechanismen van het lichaam zijn tegen ziekteverwekkers.

Ik kan uitleggen dat de gezondheid beïnvloed wordt door de combinatie van voeding, leefstijl, leefomgeving (o.a. sociale omgeving, stress, schadelijke stoffen en straling), infecties, erfelijke aanleg en leeftijd. Ook kan ik hierbij noemen hoe dit voorkomen kan worden/ of hoe de gezondheid bevordert kan worden.

Ik kan beschrijven hoe signalen (prikkels) worden ontvangen door de zintuigen, omgezet worden in impulsen die worden doorgegeven aan de hersenen waarbij de hersenen het op verschillende manieren kunnen verwerken (waarneming, beweging etc.)

Ik kan het verschil tussen mitose en meiose uitleggen.

Ik kan de voortplanting van de mens omschrijven en hierbij beschrijven hoe de celdeling van de eicel en zaadcel gaat en beschrijven wat het aantal chromosomen is op het moment van de meiose en bevruchting. Hierbij beschrijf ik ook wat het betekent.

Ik kan uitleggen dat een kind 50% van het erfelijke materiaal van de moeder en 50% van de vader erft.

Ik kan uitleggen hoe een soort (een bepaalde groep organismen) kan evolueren.

Ik kan uitleggen dat alle levende wezens (waaronder de mens) afstammen van eerdere levende organismen die er anders uitzagen.

Allemaal volbracht!

Maak jouw eigen website met JouwWeb